North East 250 roadtrip: gratis complete reisgids

Van kliffen met broedende zeevogels tot Disneywaardige kastelen. Van vissersdorpen met witte huisjes tot glens met oude bomen. Van uitgestrekte heidevlaktes tot fotogenieke kloven. De North East 250 roadtriproute loopt door de meest gevarieerde landschappen van noordoost-Schotland. In dit artikel geef ik je tips voor je planning en tip ik 36 van mijn favoriete stops langs de route.


De North East 250

De North East 250 is 250 mijl of 400 kilometer lang. Deze ongemarkeerde autoroute ligt in het noordoosten van Schotland. Hij loopt langs of door Aberdeen en maakt een ronde langs de kust, door de whisky-vallei van de Spey, over de vlakten van de Cairngorms en door de groene vallei van de Dee-rivier. Ik reed de route in 4,5 dagen. Er zijn mensen die hem in 3 dagen rijden, maar ik vond 4,5 dagen eigenlijk al te kort. De mooiste landschappen ontdek je als je je auto of camper parkeert en te voet of te fiets op avontuur gaat.


Wildkamperen langs de North East 250

Wildkamperen met je tent of camper is legaal in Schotland. Mits je je aan de Scottish Outdoor Access Code houdt. Dat betekent dat je netjes gedraagt: geen mensen in de weg staan, afval meenemen, geen uitwerpselen laten liggen, de boel niet in de hens steken, etc. En ook: niet parkeren of overnachten waar dat niet de bedoeling is. Dus niet op passing places langs eenbaanswegen en niet waar een bord met 'no overnight parking / camping' staat. 

Langs de North East 250 gelden weinig beperkingen. Wij kwamen elke dag langs minimaal vijf mooie en legale wildkampeerplekken. Op sommige plekken, zoals de parkeerplaatsen van Winding Walks en Linn of Dee, moet je een paar pond betalen. Dat geldt ook voor mensen in gewone auto's die daar een wandeling willen maken. Wil je niet betalen, dan zijn er genoeg alternatieve locaties.

Ik kampeerde in de buurt van plekken waar we toch gingen wandelen of vogelen. Omdat er zoveel opties zijn, hoefde ik dat niet echt vooruit te plannen. Wil je wel vooruit plannen? Download de Park4Night-app, daar staan vele geschikte plekken in. Die plekken zijn vaak wel drukker met campers dan plekken die je zelf vindt (zoals de parkeerplaats van Balmedie Beach).


De beste tijd voor deze roadtrip

Het grootste deel van de North East 250 kan het hele jaar door gereden worden. De weg tussen Tomintoul en Braemar is na flinke sneeuwval vaak een tijdje onbegaanbaar. Dan zitten de slagbomen dicht, zoals te zien op webcams in weerapps zoals Windy. Langs de kust valt zelden sneeuw, dus daar zit je altijd wel goed.

De North East 250 loopt veel langs loofbomen. Die tunnels van groen waar ik zo blij van werd, zijn er vanaf mei. In de herfst, oktober/november, kleuren die bomen mooi oranje. De beste tijd qua landschap is volgens mij mei tot november. De beste tijd qua weer is april, mei of begin juni. Deze periode is relatief droog en zonnig, al blijft het natuurlijk Schotland. 

Van september tot eind mee heb je vaak weinig last van midges.

En dan is er nog de drukte om rekening mee te houden. Drie kwart van de route loopt door landschappen die niet heel toeristisch zijn. De kust, de Spey-vallei en de vallei van de Dee. De Cairngorms zijn in de zomer vaak wel drukker, met busladingen toeristen in Braemar. Toch is dit deel van Schotland rustiger dan bijvoorbeeld Glencoe en Isle of Skye, dus ik zou me er niet heel druk over maken.

Ik reed de route in mei, en zou dat de volgende keer ook weer kiezen. Of oktober, met de mooie herfstkleuren, maar dan trek ik er wel wat meer tijd voor uit om de - relatief veel - regenachtige dagen lekker knus in de camper door te brengen.

Tip: lees ook mijn blog over de beste tijd voor een vakantie in Schotland.


Handige links, kaarten en boeken

Er is helaas (nog) geen routegids of routekaart van de North East 250. Er is een officiële website, maar die vind ik onoverzichtelijk en incompleet. Waar ik wél heel veel aan had: de reisgids North East Scotland van Rebecca Gibson. Met tips off the beaten path en heel interessante achtergrondinformatie, heerlijk duidelijk georganiseerd en beschreven. 

Voor het vinden van wandelingen gebruikt ik compacte gidsjes met 40 wandelingen in Aviemore en Cairngorms en Moray. Deze boekjes zijn geschreven door de eigenaars van WalkHighlands, een platform waarop je nog meer wandelingen door heel Schotland kan vinden. Er is ook zo'n gidsje voor Aberdeenshire en een wandelgids met routes langs de Dee. Navigeren deed ik met name met Google Maps, maar ik vind het leuk om mee te kijken op de kaart. Daar is deze wegenkaart van Noord-Schotland handig voor.


De kust van Aberdeenshire en Moray

Het deel van de North East 250 dat langs de kust loopt, ligt in de provincies Aberdeenshire en Moray. Hoewel de weg vooral door het glooiende en wat agrarische binnenland loopt, zijn de landschappen aan de kust spectaculair. Denk aan hoge kliffen, zandstranden en oude vissersdorpen. Bij vloed kan je hier mooi zwemmen, maar doe voordat je de zee in gaat navraag naar stromingen. 


1. Aberdeen (stad)

Ik zag het niet zo zitten om met de huurcamper, waar ik op dat punt nog niet echt aan gewend was, de stad in te rijden. Ik sloeg Aberdeen op deze roadtrip dus over, al zou je buiten de stad op een P+R kunnen parkeren en een bus of trein naar het centrum kunnen nemen.

Ik ben een aantal keer in Aberdeen geweest en ik vind de stad niet zo mooi als bijvoorbeeld Edinburgh. Wil je er toch een kijkje nemen? Bestel de reisgids North East Scotland van Rebecca Gibson, waarin de stad ook uitgebreid beschreven wordt. Wat je er tijdens een bezoek wilt zien:

  • de oude straten en panden van Old Aberdeen, inclusief het Seaton Park
  • het Zoology Museum en het Biodiversity Center
  • Blackwell's Bookshop (favoriete boekenwinkel!) of scoor een tweedehands boek in Old Aberdeen Bookshop
  • Aberdeen Art Gallery voor kunstliefhebbers
  • Provost Skene's House
  • David Welch Winter Gardens: een gratis te bezoeken, grote overdekte tuin
  • Gordon Highlanders Museum

2. Balmedie beach (wandelen)

Ik haalde de Roadsurfer camper op in Edinburgh en reed in dik twee uur naar mijn startpunt van de North East 250: Balmedie. Het dorpje zelf vond ik niet heel boeiend, maar aan zee ligt een rij imposant hoge duinen waar Texel jaloers op zou zijn. Volg het (vlonder)pad naar het strand, waar je vooral naar links moet kijken als je niet zo dol bent op windmolens. Wij spotten hier al de eerste Jan van Genten, dus verrekijker mee!

Let op: de parkeerplaats heeft een versmalde doorgang die voor bredere campers dan de VW T6 misschien te krap is. Past je camper er wel door, dan kan je hier fijn wildkamperen. 's Avonds kwam er nog wat lokale jeugd langs, maar die veroorzaakten geen problemen. Er is een toiletgebouw in de stijl van Franse snelwegwc's (iehl) en in het weekend opent er een café.

Parkeerplaats


3. Forvie National Nature Reserve (vogels en wandelen)

Zeehonden kijken doe je waar de River Ythan in de Noordzee stroomt, nabij Newburgh. Bij vloed zwemmen de grijze zeehonden daar waar het zoete water bij het zeewater komt. Ze zijn daar niet alleen: je ziet hier ook sternen snoekduiken maken. Het natuurgebied, Forvie National Nature Reserve staat ook bekend om de honderden eidereenden die er broeden. Die zie je hier ook zwemmen en zitten. Heb je de tijd? Ontdek ook de andere stukken van het natuurgebied vanaf de wandelpaden bij het bezoekerscentrum.

Let op: ook de parkeerplaats nabij Newburgh heeft een breedterestrictie. Het is hier ook betaald parkeren, al lijkt het alsof de parkeermachines permanent uit zijn (wij kregen een waarschuwing!).

Parkeerplaats


4. Bullers of Buchan (vogels)

Hoge kliffen in U-vorm, zeegrotten en vele nestelende zeevogels. Je bereikt Bullers of Buchan na een korte wandelingen vanaf de parkeerplaats. Er staan - heel mooi - geen hekken langs de hoge kliffen, dus doe voorzichtig en houdt je hond aan de lijn. Vanaf hier kan je naar (New) Slains Castle heen en weer lopen. Deze 400 jaar oude kasteelruïne is niet de oudste of mooiste van Schotland. Wel mag je er tussen hoge, deels ingestorte muren wandelen en kan je er fijn fantaseren over waar welke kamer voor gebruikt werd.

5. Peterhead Prison Museum

Peterhead is de grootste plaats van Aberdeenshire en niet per se heel gezellig. De meest bekende bezienswaardigheid is er het Prison Museum. Het museum zit in een gevangenis die van 1888 tot 2013 in gebruik was als een van de belangrijksten van Schotland. Haal een koptelefoon met audiotour en loop door het cellencomplex. Af en toe was smerig, die geschiedenis, maar wel interessant!

Peterhead Prison Museum (foto: VisitAberdeenshire / Damian Shields)

6. Rattray Head Lighthouse

Bij Rattray Head staat de vuurtoren op een ongebruikelijke plek: in zee. De witte toren ligt er het spectaculairst bij als het vloed is en er dreigende wolken aan de hemel hangen. Je kan vanaf de parkeerplaats ook fijn wandelen over het strand of door de duinen. Ook leuk in de omgeving: de ruïne van St Mary's Chapel.

Rattray Head Lighthouse (foto: VisitAberdeenshire)

7. RSPB Loch of Strathbeg (vogels)

Het natuurreservaat Loch of Strathbeg van de RSPB (Schotse vogelbescherming) ligt wat verder landinwaarts. Vanuit de vogelkijkhutten in dit gebied spot je onder meer kleine rietganzen, zangvogels en sternen. Wandel naar het Loch of Strathbeg, het grootste duinmeer van het VK. Of neem een kijkje in het bezoekerscentrum, waar je met een leentelescoop vogels in een kleiner loch spot. Voor kinderen zijn er 'bingokaarten' met foto's van vogels die hier leven.

Parkeerplaats bezoekerscentrum


8. Museum of Scottish Lighthouses in Fraserburgh

Fraserburgh is één van de grotere plaatsen langs de kust, en wat gezelliger dan Peterhead. Je bezoekt er leuke winkeltjes en gezellige restaurants. Hier geen fotogenieke oude gebouwen, hoewel Kinnaird Head Castle Lighthouse de moeite waard is. Het witte bouwwerk met gele details bestaat uit een 16e-eeuws kasteel dat in 1787 verbouwd werd tot vuurtoren. In het gebouw zit het Museum of Scottish Lighthouses, waar je alles leert over Schotse vuurtoren en vuurtorenwachters.

9. Pennan (dorp)

Pennan is het eerste fotogenieke vissersdorp langs de North Coast 250. De oude witte vissershuizen liggen hier in één straat tussen de heuvels en het zeewater. Bij hoog water en storm, klotsen de golven op de dorpsstraat. Anders is het hier heel peaceful. Slenter heen en weer langs het water en picknick aan een van de bankjes bij de oude rode telefoonbox.


10. Troup Head (vogels)

Al eens duizenden Jan van Genten bij elkaar gezien en gehoord? Die onvergetelijke ervaring beleef je bij Troup Head, waar een enorme kolonie van de grote zeevogels op 90 meter hoge kliffen broedt. Vanaf de RSBP-parkeerplaats loopt een goed begaanbaar wandelpad naar het kustpad op een paar meter afstand van de bovenste nesten. Je spot hier ook duizenden zeekoeten en alken en, als je geluk hebt, papegaaiduikers. Verrekijker mee dus!

Parkeerplaats


11. Crovie en Gardenstown (dorpen)

Het lintdorpje Crovie is een van mijn favoriete vissersplaatsen langs de North East 250. Je mag het dorpje niet in rijden, daar is geen ruimte voor. Op de heuvel ligt een parkeerplaats met plek voor zo'n 5 auto's. Vanaf hier heb je ook direct goed uitzicht op het dorp. Ook Gardensdown is een fotogeniek, zij het wat groter, vissersdorp. Tussen de dorpen ligt een wandelpad onder de kliffen, dus ik zou je auto op een van de parkeerplaatsen zetten en heen en weer lopen.


12. Portsoy (dorp)

Het is vooral de 17e-eeuwse haven van Portsoy die de plaats een bezoek waard maakt. Aan de dikke havenmuren liggen hoge oude panden. Bezoek hier het Salmon Bothy Museum, een voormalig icehouse waarin zalm koel gehouden werd met ijs, maar nu een visserijmuseum. Voor een mooie wandeling volg je de kust naar Coastguard Point en terug.


13. Sandend camping en beach

Als je dan toch op een camping wilt staan, dan beter op een pareltje zoals Sandend Holidays camping. Hier sta je pal aan een van de mooiste stranden van de noordoostkust. De campingeigenaars zijn heel vriendelijk, er is een klein winkeltje met essentials op het terrein en aan de overkant van de weg haal je verse of gerookte vis.

Ook als je er niet wilt overnachten, is Sandend beach een bezoek waard. Ook bij vloed ligt in deze baai een strook strand, wat langs niet overal langs de kust het geval is. Parkeer hier en wandel ook even door de smalle dorpsstraat.


14. Findlater Castle en Sunnyside Beach

Een stop die veel mensen overslaan aan de North East 250: Findlater Castle en Sunnyside Beach. Terwijl die laatste volgens mij toch echt het mooiste strand langs de North East 250 is. Je bereikt de spectaculair op de kliffen gelegen kasteelruïne en het naastgelegen paradijselijke strand vanaf deze afgelegen parkeerplaats naast een boerderij. Zin in een lange wandeling? Parkeer je auto in Sandend of Cullen en volg de kust. De route vanuit Cullen vind ik het mooist van de twee. Wandel de hele lengte van het strand naar Charlie's cave en leer het verhaal van de deserteur van de Franse marine die zich hier na de Eerste Wereldoorlog dertien jaar in een grot verstopte.


15. Cullen (dorp)

Het centrum van Cullen is niet groot, maar wel gezellig. Parkeer je auto op de grote parkeerplaats met openbaar toilet en trakteer jezelf eerst op wat lekkers in het Rockpool Café. Tip: het (vegetarische) full Scottish ontbijt is om je vingers bij af te likken. Wandel daarna langs leuke winkeltjes richting het brede zandstrand. Niet te missen is hier het enorme viaduct van de spoorweg die niet meer in gebruik is. Vanaf Cullen kan je een stukje de Moray Coast Trail naar het noorden volgen.


16. Bow Fiddle Rock (rots)

De meest opvallende rotsformatie langs de kust van Moray is Bow Fiddle Rock. De bijna driehoekige massa rots ligt in de zee en heeft een groot gat waardoor het zeewater klotst. Het water is hier kraakhelder en aantrekkelijk om (alleen bij vloed!) in te zwemmen. De rots ligt op een heel korte wandeling van de parkeerplaats die niet is geschikt voor campers hoger dan twee meter. Je kan een grotere camper in het dorp parkeren en een stukje langer lopen.


17. Spey Bay (dolfijnenviewpoint) en Spey Bridge

Dolfijnen spotten kan langs de hele kust van Moray, maar Spey Bay is een van de populairste uitkijkpunten. Hier ligt het Dolphin center bezoekerscentrum, met een kleine tentoonstelling, leuke souvenirs en een gezellig café. Voor het spotten van dolfijnen moet je het natuurlijk gevormde kiezeldijkje oversteken. Voor een makkelijke wandeling naar een indrukwekkende stalen brug volg je de Spey-rivier stroomopwaarts. Voor de Spey Bridge ga je naar rechts daar waar je op een verhard pad komt. Je kan eventueel verder lopen naar Garmouth en daar in deSpeyside Coffee Roasting Co heerlijke koffie drinken of lunchen (met de auto een vrij grote omweg).

Parkeerplaats (verboden te overnachten, niet zo mooie camping stukje verderop in Spey Bay)


De Spey vallei

Het volgende deel van de North East 250 loopt door de vallei van de Spey-rivier. De rivier zelf zie je heel weinig. Wat je wel veel ziet: whiskydistilleerderijen. Dat is dan ook waar dit deel van Schotland bekend om staat. Je kan er rondleidingen volgen en proeverijen doen. Natuurlijk kan je ook hier prachtig wandelen. Zin in een flink stuk wandelen? Parkeer je auto of camper en wandel een of meer etappes van de Speyside Way.

18. Winding Walks (wandelen + mountainbiken)

Lekker boswandelen of door de bossen crossen op je (eigen) mountainbike. Dat doe je op de wandelpaden en 'monster trails' van het Winding Walks-bos. Kies er uit drie routes van ongeveer een uur, of volg deze blauw gemarkeerde wandelroute naar een monument met uitzicht over de Moray Firth zee-arm.

Tip: download de Ringgo app om per bank je parkeerkaartje te kunnen betalen, anders heb je contant geld nodig. In de app kan je ook een overnachting op de bosparkeerplaats betalen.

Parkeerplaats


19. Glen Grant Distillery in Rothes

Ik weet weinig van whisky en distilleerderijen, maar ik heb goede verhalen gehoord over de rondleidingen bij Glen Grant Distillery. Volg de gids langs de grote koperen ketels en kijk live mee terwijl de whisky gebotteld wordt. Proef de beroemde smaken van Glen Grant tijdens een tasting en slenter ook even door de bomentuin uit 1886.

20. Speyside Cooperage Visitor Centre (whiskey)

De Speyside Cooperage is de enige plek in Schotland waar je kan zien hoe de houten tonnen waarin de whisky gerijpt wordt gemaakt worden. Dat er vele duizenden gemaakt worden, wordt al duidelijk als je van de parkeerplaats naar de ingang van het bezoekerscentrum loopt. Volg de 'acorn to cask' rondleiding en ontdek via een 4D-voorstelling en een live kijkje in de workshop hoe de tonnen hier gemaakt worden. Opvallend: er worden geen lijm of spijkers en alleen eikenhout gebruikt.

Whiskyvaten (foto: North East 250 / Damian Shields)

21. Walker's Shortbread Factory Shop 

Van whisky heb ik weinig kaas gegeten, maar op koekjes ben ik dol. En dan zeker op Walker's Shortbread, een typisch Schots koekje. In Aberlour staat een grote en niet erg mooie fabriek waar het lekkers gemaakt wordt. In de Factory Shop koop je de lekkere zachte koekjes voor onderweg of als souvenir voor thuis. Tip: ze zijn extra lekker met chocolate chip!

22. Linn Falls (waterval)

Maak vanaf de distelleerderij van Aberdour een korte, makkelijke wandeling naar de Linn Falls. Deze kleine maar mooie waterval is een geliefde picknick- en badderplek bij de locals. De wandeling heen en weer voert je langs dikke bomen en een kabbelent beekje. Een fijn groen uitje als je net een rondleiding door de distilleerderij gevolgd hebt of op een regenachtige dag toch even de benen wil strekken.

Parkeerplaats hier langs de weg

23. Ballindalloch Castle

Ballindalloch Castle is één van de weinige kastelen die nog bewoond wordt door leden van dezelfde familie als die het kasteel heeft laten gebouwen. In dit geval gaat het om de familie Macpherson-Grant die er al vanaf de 16e eeuw woont. Het grote grijze gebouw met torentjes, trapgevels en een muur vol klimplanten is perfect onderhouden. Bezoek de voor publiek opengestelde kamers voor een tijdreisje in het leven van de Schotse adel. Wandel ook door de ommuurde (rots)tuin of het perfect onderhouden omliggende landgoed.

Ballindalloch Castle (foto: North East 250 / Damian Shields)

24. Glenlivet Distillery

Glenlivet Distillery werd in 1824 opgericht als een van de oudste legale distilleerderijen van Schotse single malt whisky. De distilleerderij ligt op het mooie Glenlivet Estate en is tijdens een rondleiding te bezoeken. Je kiest er uit meerdere experiences, van een tasting tot een standaard rondleiding tot het bottelen van je eigen fles whisky. In de sfeervol verlichte Drawing room proef je de beste whisky's met originele hapjes.


25. Wandelen op Glenlivet

De wandelroutes op het Glenlivet Estate zijn enkele van mijn favorieten in de Cairngorms. Een ietwat natte maar mooie wandelroute door een uitgestrekte vallei is het Livet path van bijna tien kilometer. De route is officieel gemarkeerd, maar je kan beter wel even Komoot met de route bij de hand houden. Voor panoramisch uitzicht wandel je over een andere route naar de top van uitkijkpunt Càrn Dàimh. De route van bijna 12 kilometer lang is gemarkeerd met oranje pijlen. Zie bovengenoemde link voor meer info over deze en andere routes.

Let op: in het najaar wordt er gejaagd en zijn niet alle paden toegankelijk, zoals hier vermeld wordt.


26. Bike Glenlivet (mountainbiketrails, verhuur en café)

Lijkt het je ook fantastisch om eens in Schotland te mountainbiken? Of heb je meer ervaring en wil je over enkele van de beste singletracks van Schotland racen? Je zit altijd goed bij Bike Glenlivet. De met kleurcodes gemarkeerde mountainbiketrails en het skills park zijn elke dag van de week gratis te berijden. Heb je zelf geen mountainbike? Huur een (elektrische) mountainbike bij de receptie. In de zomer zijn ze elke dag behalve maandag en dinsdag geopend. In de rest van het jaar vind je de openingstijden op hun website of Instagram.

Ook als je niet op twee wielen door het bos wilt scheuren, moet je Bike Glenlivet eigenlijk wel bezoeken. Hier hebben ze zulke lekkere lunch, cakes en taartjes! De setting is lekker informeel en je zit tussen goed volk: wandelaars en fietsers. Aan-ra-der!!!

Parkeerplaats. Lijkt niet zo op de kaart, maar er gaat gewoon een weg naar toe. Volg de bruine borden met 'Bike Glenlivet'.

27. Tomintoul (dorp)

Het dorp Tomintoul ligt relatief hoog, en onze nacht op net buiten het dorp was duidelijk kouder dan de anderen. Tomintoul is niet groot en - in mijn ogen - niet heel bezienswaardigheden. Wel ontbijt of lunch je er in een heerlijk informeel restaurant. In de Old Firestation Tea Room worden simpele maaltijden geserveerd. Waar ik voor kwam: de vogelkijkhut net buiten het dorp, aan het begin van de Snow Roads. Tomintoul ligt in een Dark Sky Park en bij onbewolkt weer heb je hier geweldig uitzicht op de sterrenhemel. Begin mei was het er wel heel helder, maar ook al zo lang licht (en ook nog volle maan), dus ik moet er later nog eens voor terugkomen.

Tip: op deze parkeerplaats bij de vogelhut kan je mooi wildkamperen. Net toiletgebouw bij grote parkeerplaats in het centrum van Tomintoul.


28. Snow Roads (scenic route) en Well Of Lecht (oude mijn)

Van Tomintoul naar Braemar rijdt je over een deel van de Snow Roads. Dit is een fotogenieke route door grote leegte met heide, bergtoppen en her en der een naaldbosje. Langs de route liggen weinig uitstapjes, behalve het kunstwerk The Watchers en de voormalige mijn Well Of Lecht. Naar die laatste kan je heen en weer lopen om je benen even te strekken. Ik heb in de winter meerdere keren meegemaakt dat de snowroads gesloten zijn, dus check de webcams via een website als Windy. Oh en als je hier kampeert als de dagen nog niet zo lang zijn: houdt de voorspelling voor Noorderlicht in Schotland in de gaten. Op deze donkere plek zie je niet alleen de sterrenhemel, maar ook de dansende Aurora goed.


29. Balmoral Castle

Balmoral Castle werd in 1852 door de Koninklijke familie op de plaats van een ouder kasteel gebouwd. Het is sindsdien in gebruik als het Schotse thuis van het Britse koningshuis. Een deel van het jaar, vaak in de zomer, mag je een deel van de binnenruimtes en de tuinen bezoeken. Ook leuk: een wandeling langs de memorial cairns.

Balmoral Castle (foto: VisitAberdeenshire)

30. Braemar (dorp) en Morrone birkwood (wandelen)

Braemar is een toeristisch dorp in de Cairngorms. Je vindt er een outdoorwinkel, diverse souvenirwinkels met zeepjes, tartan hebbedingetjes en lelijke postcards. Naast de outdoorwinkel ligt The Bothy, waar je geniet van thee met gebak of een heerlijke lunch. Het restaurant lijkt vanaf buiten niet groot, maar als je zo ver mogelijk doorloopt naar linksachter, kom je op een terras met uitzicht op de rivier.

Vanuit Braemar kan je meerdere mooie wandelroutes starten. Ik wandelde een circulaire route door het Morrone birkwood. Slenter langs oude berken met bemoste stammen en kijk uit op de hogere bergen van de Cairngorms. De officiële parkeerplaats voor de route heeft een hoogterestrictie, dus kan beter in het centrum parkeren en mijn variant volgen.

Parkeerplaats met openbaar toilet.


31. Linn of Dee (kloof) en Glen Lui (wandelen)

De Linn of Dee, een kloof en stroomversnelling in de Dee-rivier, ligt officieel niet langs de North East 250. Maar oh, deze plek is echt de moeite waard om voor uit te wijken. Volg de Dee-rivier vanuit Braemar, tot je een stenen brug oversteekt. Aan je linkerhand ligt een parkeerplaats met betaald parkeren. Loop parallel aan de weg over de gele route naar de stroomversnelling en/of volg de blauwe route door Glen Lui. 


32. Mooie weg naar Glenshee ski center en terug

De North Coast 250 loopt in een slordige cirkel, met uitzondering van een staartje naar het Glenshee ski center. Lees je dat goed? Ja, je kan skiën in Schotland! Niet heel vaak en zeker niet in de periode waarin ik deze roadtrip zou rijden. Toch is het de moeite waard om heen en weer te rijden, want de weg door het ruige landschap is heel fotogeniek. Langs deze detour liggen meerdere wandelroutes naar toppen met uitzicht, zie ook WalkHighlands.

De vallei van de Dee

Dit laatste deel van de North East 250 volg de loop van de Dee-rivier, die je in Braemar al tegenkwam. Deze vallei is relatief rustig en bosrijker dan de kust. Je rijdt er door groene tunnels van loofbomen. De rivier laat zich regelmatig zien terwijl je rustig weer richting Aberdeen rijdt.

33. Ballater (dorp)

Zou ik speciaal half Schotland doorrijden om Ballater te bezoeken? Nee, zo bijzonder is het dorp niet. Maarrrr als je toch in de buurt bent, wil je hier wel even stoppen. Mijn eerste stop was - uiteraard - de boekenwinkel, waar ze opvallend veel onbekende maar heel fijne wandel- en fietsgidsen verkopen. Deze winkel heet YULE en ligt tegenover het stijlvol gerenoveerde voormalige treinstation. Aan de dorpsstraat liggen fijne cafés zoals Beans for Coffee en The Bothy (zelfde concept als in Braemar). Naast het station zit een fietsverhuur, voor wie eens wat anders wil doen dan wandelen. Tip: als je net als wij een (Roadsurfer) huurcamper met fietsendrager mee hebt, zou je de fietsen mee kunnen nemen naar ondergenoemde natuurgebieden.


34. Muir of Dinnet National Nature Reserve (wandelen)

Het Muir of Dinnet National Nature Reserve nabij Ballater is een zwaar ondergewaardeerde stop langs de route. Het geologische hoogtepunt: de Vat. Deze 'granieten viskom' lijkt op een grot zonder dak. Niet wat je zou verwachten in de lieflijke vallei van de Dee. Trek waterdichte schoenen aan, want er stroomt water over de bodem. Dit is een fijne wandelroute langs deze bezienswaardigheid. Je maakt in het gebied ook prachtige wandelingen langs Loch Kinord, een oude Pictisch stone cross en naaldbos. 

Parkeerplaats

35. Glen Tanar (wandelen)

Een relatief onbekende en bosrijke vallei is Glen Tanar. Hier parkeer je je auto (betaald) op de grote parkeerplaats in het bos en kies je in het bezoekerscentrum een van de wandelroutes. Wandel bijvoorbeeld door Caledonian forest, typisch Schots bos waarin ook de Auerhoen leeft. Dat is deze met een dennenappel gemarkeerde route. Of volg de markering langs jeneverstruiken of de oude kapel.


36. Pizzaria Mamma Mia in Banchory

Als laatste stop van deze roadtrip moet ik mijn favoriete pizzeria van heel Schotland noemen: Mamma Mia in Banchory. Hier zijn de pizza's écht goed, met de lekkerste pizzasaus ever. De eigenaar is een vriendelijke Italiaan en op het menu staan klassiekers. Geen vegan opties, maar wel twee vegetarische keuzes. Reserveer wel even een tafeltje, want het gezellige restaurant is niet groot en je wilt deze pizza niet mislopen omdat er geen plek voor je is. Is er geen plek of eet je liever in je camper of het park? Take away kan ook! 

Meer roadtrips in Schotland

De North Coast 250 is een absolute aanrader. Relatief onbekend en dus veel rustiger dan de populaire maar ook heel mooie North Coast 500. Word je vooral enthousiast van stranden en vissersdorpen, met misschien onderweg een historische stad? Dan raad ik ook deze roadtriproute langs de kust van Fife en East Neuk aan. Voordeel van die laatste: hij begint vlakbij Edinburgh, waar ook het Roadsurfer verhuurstation zit. Houd je vooral van ruige berglandschappen? Maak een roadtrip door de Cairngorms.