East Highland Way: 132 km van Fort William door de Cairngorms

Tussen Fort William in de Schotse Hooglanden en Aviemore in de Cairngorms ligt een 132 kilometer lange wandelroute: de East Highland Way. Deze route sluit perfect aan op de West Highland Way en de Speyside Way, twee bekendere langeafstandsroutes. De East Highland Way is een van mijn favoriete routes in Schotland, en verrassend onbekend buiten Schotland. Ik vertel je meer over deze prachtige route.


De East Highland Way

132 kilometer lange strekt de East Highland Way zich uit tussen Fort William in het westen en Aviemore in het westen. Beide steden zijn relatief groot en hebben vele logeeropties, horecagelegenheden en outdoorwinkels. Je kan de route in beide richtingen lopen; de ene richting is niet beter, mooier of makkelijker dan de andere.

De East Highland Way loopt niet over de bergen, maar door de glens. Dat betekent dat je relatief weinig omhoog en omlaag hoeft te wandelen, maar toch van prachtig uitzicht geniet. Zo zie je Ben Nevis liggen en wandel je door de ruige Glen Banchor. Qua landschappen doet hij in mijn ogen niet onder voor de West Highland Way. De East Highland Way is veel minder bekend en zelfs in het hoogseizoen veel rustiger dan de West Highland Way. Ik houd van die rust en als ik moest kiezen tussen de twee, dan koos ik absoluut voor deze oostelijkere route.


Markering

De East Highland Way is niet gemarkeerd. Of nou ja, er staan langs de hele 132 kilometer misschien vijf markeringen. Zonder (digitale) kaart met daarop de route ingetekend, kan je de route niet volgen. Het is niet verstandig alleen van de Komoot-route afhankelijk te zijn, dus koop ook een geprinte kaart. Er is ook een   routegids te koop.


Voor wie?

De East Highland Way is technisch niet moeilijk. Wel moet je rekening houden met stroompjes die snelstromende riviertjes kunnen worden (zie verderop) en winterse weerscondities tot diep in het voorjaar. De route loopt deels door heel afgelegen terrein zonder telefoonbereik en een klein stuk zonder duidelijk zichtbare paden. Zorg dat je ook zonder telefoon kan navigeren en dat je een thuisblijver laat weten wat je wandelplan is (dat zijn algemene veiligheidsadviezen, niet alleen voor deze route).

Beste tijd om de East Highland Way te lopen

Wandel de route in de lente, zomer of herfst. April en mei zijn relatief droge en zonnige maanden en zouden mijn voorkeur hebben. De landschappen zijn in de herfst misschien wel op hun mooist, maar dan kan het zijn dat je natter weer krijgt. In de zomer moet je je mentaal voorbereiden op midges, klein zwarte steekvliegjes.

Je wandelt door afgelegen gebied in Schotland, waar het weer snel om kan slaan. Ik liep de ene dag te zweten bij 25+ graden, en 48 uur later droeg ik al mijn kleding omdat ik overvallen werd door een sneeuwstorm en een arctic front dat nog dagen bleef hangen. En dat in de tweede helft van april. Houd dat bij het inpakken van je tas dus even in gedachten en houd de weersvoorspelling in de gaten.


Burns oversteken

De East Highland Way loopt op verschillende plekken, zoals nabij Dalnashallag bothy, stroompjes over. Deze stroompjes komen uit de bergen en kunnen - zoals ik een jaar later gezien heb - behoorlijk toenemen in volume. Er zijn geen bruggen, dus je moet doorwaren. Zorg dat je weet hoe je dat veilig doet en dat je kan herkennen wat daar een veilige plek voor is. De locals kunnen je vaak vertellen over zo'n stroompje (burn) in spate is.

Etappes

Ga je wildkamperen onderweg, dan hoef je vooraf niet je etappes uit te denken. Wil je wel weten waar je elke wandeldag ongeveer uitkomt? Dan kan je de etappe-indeling uit deze Komoot-collectie aanhouden.

  • Dag 1: Fort William naar Spean Bridge - 20,9 km
  • Dag 2: Spean Bridge naar Tulloch station - 21,5 km
  • Dag 3: Tulloch station naar Kinloch Laggan - 34.3 km
  • Dag 4: Kinloch Laggan naar Laggan - 15,1 km
  • Dag 5: Laggan naar Kingussie - 25,8 km
  • Dag 6: Kingussie naar Kincraig - 15,6 km
  • Dag 7: van Kincraig naar Aviemore - 16,6 km

Als je deze etappe-indeling aanhoudt, zou ik de richting omkeren. Zo kan je met kortere afstanden en wandeldagen beginnen.


Wildkamperen langs de East Highland Way

Wildkamperen in je tent is overal langs de route toegestaan, mits je je natuurlijk aan de Outdoor Access Code houdt (dus niet bij mensen in de tuin gaan staan zonder overleg enzo). Ik hoor wisselende verhalen over hoe makkelijk het is om plekjes te vinden. Wij hadden er weinig moeite mee, maar ik hoef dan ook niet per se op een perfect recht stukje gras te staan. Als je gaat wildkamperen loop je natuurlijk altijd het risico dat je een stukje verder moet lopen om een plekje te vinden dan je eigenlijk gepland had. Ik heb elke nacht wild gekampeerd, dus het is zeker te doen.


Bothies

Er staan twee bothies langs de East Highland Way. In deze heel basic wildernishutten mag je gratis schuilen, lunchen en overnachten.

Dalnashallag bothy, gelegen in een afgelegen glen, is meer een schuilplek dan een slaapplaats. Mijn wandelmaatje en ik waren er de enigen en legden onze matjes op de bank om er zo toch te kunnen slapen. Comfortabel was het niet, maar dat was buiten in de harde wind en onverwachte sneeuwstorm ook niet.

Drake’s bothy ligt dichter bij Aviemore en heeft meerdere slaapplatforms. Hier kan je de nacht wel doorbrengen. Je moet wel geluk hebben dat er plek is, want de bothy is relatief makkelijk bereikbaar en dus drukker bezocht dan anderen.


Hotels en B&B's langs de route

Overnachten in hotels, bed en breakfasts en hostels is langs de East Highland Way niet echt makkelijk. De route loopt op lange stukken niet door dorpjes en ook niet langs bushaltes met een verbinding met de bewoonde wereld. Onmogelijk is het niet, maar wel een logistieke puzzel waar je beter zo ver mogelijk voor vertrek al mee kan beginnen. Een aantal aanraders langs de route:

Voorbeeldetappe drie eindigt niet in de buurt van accommodatie. Volgens Komootgebruiker Alex Foxfield kan je contact opnemen met de gastheer van Rumblie Guest House, die je op kan halen en de volgende ochtend weer terug kan brengen.


Honden mee

Honden mogen mee op de East Highland Way. Houd er wel rekening mee dat je door gebieden met loslopende schapen en - in de lente - lammetjes loopt. Houd je hond dus goed onder controle. Slaap je in accommodaties? Het is in deze omgeving niet standaard dat je hond mee kan, dus overleg dat voor het boeken met je gastheer of -vrouw.

Watervulpunten

Je komt elke etappe langs een plek om water te tappen uit openbare voorzieningen of stroompjes. Er leeft en sterft vee langs de natuurwatertjes, dus filter en/of kook je water voordat je het drinkt. Controleer of je waterfilter ook virussen doodt. Tap je water het liefst zo dicht mogelijk bij de bron.


Supermarkten onderweg

Je etensvoorraad aanvullen kan in onderweg in de supermarkten van:

  • Fort William
  • Spean Bridge
  • Newtonmore
  • Kingussie
  • Aviemore

Zo kom je er met het openbaar vervoer

Zowel Fort William als Aviemore zijn met het openbaar vervoer goed bereikbaar vanuit onder meer Inverness en Glasgow. De bus is de goedkoopste optie. De trein is betaalbaarder als je zo vroeg mogelijk boekt. Kom je met de auto? Dan moet je van tevoren al even uitzoeken waar je gratis voor langere tijd kan parkeren. Beide plaatsen zijn vrij toeristisch en op veel plekken moet je een parkeerkaartje kopen.

--> lees mijn tips voor busreizen en treinreizen in Schotland.


Mijn reisverslag

Ben je benieuwd naar mijn ervaringen op de East Highland Way? Hieronder vind je wat ik een paar jaar geleden tijdens mijn tocht schreef. Ik heb de route sindsdien in delen nog eens gelopen.

Dag 1: van Fort William naar omgeving Spean Bridge

Ik start de East Highland Way bij het beeld van de man op een bankje, dat het eindpunt van de West Highland Way vormt. Na een paar kilometer door het centrum en langs de drukke weg leidt een grindpad ons de natuur in. Het uitzicht wordt gedomineerd door Ben Nevis, de hoogste berg van het Verenigd Koninkrijk. Het is zonnig en warm, en ik loop in mijn T-shirt door berkenbos en langs gekapt dennenboss. Het voelt en ruikt en klinkt dankzij de vogelzang als lente. Net voorbij Spean Bridge zet ik mijn tent op. Op een schuin stuk grind aan de River Spean, met een jong boompje precies in de opening van de tent. Niet de handigste kampeerplek, maar de zonsondergang boven de rivier is prachtig en slapen doe ik na zo'n dag wandelen toch wel.


Dag 2: van Spean Bridge naar An Dubh Lochan

De East Highland Way leidt langs de rivier en een sprookjesachtig berkenbos in, waar alles begroeid is met zacht mos. Aan de andere kant van het bos ligt Glen Spean, een dal met grote groene velden vol schapen met pasgeboren lammeren. Er staat een frisse wind en het voelt alsof het elk moment kan gaan regenen. Al wandelend kijk ik uit op de bergen, en ook de rivier is niet ver weg. Bloeiende brems geeft een kokosgeur aan de lucht en kleur aan het nog wat grauwe landschap.

Verderop loop ik door wat de auteur van de wandelgids een ‘betoverend bos’ noemt. Ik zie gekapte boomstronken en restanten van takken. Helaas liggen er meer van zulke stukken langs de route, maar zo gaat dat in Schotland. Aan de paradijselijkere oever van het kleine loch An Dubh Lochan zet ik mijn tentje op. De roep van de koekoek klinkt over het loch, en aan de andere oever liggen herten te herkauwen. Hier kan geen ontspannings-app tegenop.


Dag 3: van An Dubh Lochan naar Loch Laggan

Diezelfde koekoek maakt me in de vroege uurtjes wakker. Ik doe een wildplas met uitzicht over het loch en op de bergen. Ik moet wat teken uit mijn kop thee vissen, maar toch kan deze ochtend niet meer stuk. Over een verharde B-weg loop ik naar een dorpje in the middle of nowhere. Na de laatste boerderij van het dorp loop ik open moorland op, met uitzicht op bergen en koeien. Het laatste stuk open landschap voordat ik 10 kilometer door Corrour Forest wandel. Oud, dicht bos wordt afgewisseld met gekapte vlaktes en het droogliggende Moy Reservoir.

Het Reservoir gaat over in Loch Laggan, waar ruim water in staat. Ik picknick op een breed zandstrand en volg daarna de gehele lengte van het loch. Soms is de oever rotsachtig, soms glad met een zandstrand. Er staan megahoge, oude dennen en de vogeltjes zingen vrolijk ondanks het sombere weer. Aan het andere eind van het loch zijn mijn benen toe aan pauze, maar duurt het nog een paar kilometer tot ik een enigzins egale kampeerplek vind. De zoektocht eindigt in een naalsbos aan een zandstrand, waar ik redelijk uit de wind kan slapen.


Dag 4: van Loch Laggan naar Newtonmore

Na een regenachtige nacht ruikt het bos heerlijk. Na de eerste kilometers maak ik een uitstapje naar de Pattack Falls, wat de extra inspanning zeker waard is. Ik loop door het dorpje Laggan. Als je genoeg energie hebt, maak je een uitstapje naar theehuis Jummie Things, waar ze heerlijke taarten verkopen.

Na Laggan loopt de East Highland Way weer de heuvels in, door een bosje waar ik even moet zoeken tot ik het juiste pad gevonden heb. Ik verlaat het bos en word overvallen door de schoonheid van de ruige vallei die voor me licht. Het pad leidt me naar een ruïne met bomen waaraan duidelijk te zien is hoe hard de wind vaak door deze vallei waait. Daarna houdt het pad op. De reisgids wijst me over de vlakte in noordoostelijke richting. Hier voel ik me echt even heel ver verwijderd van de beschaving.

Na een stuk door de heide ploeteren kom ik op een pad dat me naar de andere kant van de heuvel leidt. Nog meer prachtig uitzicht, nog verder van de bewoonde wereld. Een aantal kilometer verderop ligt een kleine hut: Dalnashallag bothy. Ik probeer mijn tent buiten op te zetten, maar faal, en leg dan mijn matje op de bank van de enigzins spooky bothy. Erg lekker sliep ik niet, maar wel droog en beschut tegen de wind.


Dag 5: van Dalnashallag bothy naar Newtonmore

Nog voor zonsopkomst verlaat ik de bothy om te plassen. Een blauwige mist, een sneeuwhaas en 360 graden rondom uitzicht op bergen. Blijer kan je me niet maken, en de gebroken nacht is snel vergeten. Als ik met mijn rugzak de bothy weer verlaat, dwarrelen de eerste sneeuwvlokken uit de hemel. Tien minuten later slaat mijn blijdschap om in afzien, want de vlokjes werden een heuze white-out sneeuwstorm. Die kerstige taferelen maken navigeren niet makkelijker.

Het is hier in Glen Banchor goed zoeken naar het pad. Ik wandel langs een ruïne en steek wat riviertjes over. Het uitzicht verandert continu dankzij de sneeuwwolken die komen en gaan. De wind is ijskoud, en ik zal later leren dat dat een 'arctic front' was dat over dit deel van Schotland dreef. Het dorpje Newtonmore is een aangename plek om op te warmen. Ik trakteer mezelf op heerlijke (vegan) huisgemaakte lunch bij The Wild Flour en bezoek het op donaties draaiende Highland Folk Museum (aanrader!). Een paar kilometer verderop wordt ik geteisterd door meer sneeuw en hagel. Ik zet mijn tent op zodra het een half uurtje droog is. Net als mijn eten gaar is, komen nieuwe donkere wolken de bergen over rollen.


Dag 6: van Newtonmore naar Loch Insh

Na een ijskoude nacht, met de poolwind pal op de ingang van de tent en een paar centimeter sneeuw wordt ik opnieuw gebroken wakker. Ik rits de tent open. Buiten wacht me een wit sprookjeslandschap. Snel lopen, dan kan ik opwarmen. Tussen de besneeuwde bergen - zo mooi! - bereik ik Loch Gynack. Langs de oever van het loch, door een berkenbosje en langs een golfbaan bereik ik het dorp Kingussie. De zon breekt door en ik geniet van een warm ontbijt op een picknickbank in de speeltuin.

Buiten Kingussie liggen de Ruthven Barracks, een kazerne uit de 18e eeuw die gebouwd werd na de opstand van de Jacobieten in 1715. Vanuit hier hield de regering de boel onder controle. Een mooie locatie; vanaf de berg kon je iedereen aan zien komen. Ik zie alleen regen aankomen, die me gezelschap houdt terwijl ik door vogelwalhalla de Insh Marshes loop. Vanaf hier overlapt de East Highland Way grotendeels met de Badenoch Way. Ik volg de route naar Loch Insh, waar ik in het watersportcentrum een patatje eet en dan mijn tent verderop aan de oever van het loch opzet.


Dag 7: van Loch Insh naar Aviemore

Deze laatste etappe begint met kilometers door frisgroen berkenbos en een oude brug over een rivier. Tussen de stammen van een oud dennenbos zie ik de besneeuwde bergtoppen van de Cairngorms. In het bos ligt Drake’s bothy, waar ik theewater kook en een tweede ontbijtje nuttig. De route voert me langs het sprookjesachtige Loch Gamhna en Loch an Eilein met een kasteelruïne op een eilandje. Na zeven dagen geen mens tegen te komen, is de drukte bij het bezoekerscentrum overweldigend. Door het bos bereik ik de doorgaande weg naar Aviemore. Snel naar het hostel, waar ik in relatieve rust terug kan kijken op een fantastisch avontuur in het hart van Schotland.